Loos Betonreparaties behaalt deel 2 van de BRL 3201

Na in oktober 2021 deel 1 van het KOMO® procescertificaat BRL3201 ontvangen te hebben voor het technisch repareren en beschermen van beton, heeft Loos Betonreparaties de afgelopen maand ook deel 2 ontvangen voor het constructief repareren en versterken van beton. Het certificaat geeft vertrouwen dat de uitgevoerde betonreparaties voldoen aan de in BRL 3201 gestelde eisen: een onderscheiding op basis van kwaliteit en betrouwbaarheid.

Algemeen directeur Tim Ursem van Loos Betonreparaties: “Met het behalen van deel 2 van de BRL3201 behoren wij tot de selecte groep van 25 betonspecialisten in Nederland die volledig gecertificeerd zijn volgens deze beoordelingsrichtlijn. Een prestatie van formaat!”

 

Beton storten op de Vaandel

Het bouwen van het nieuwe pand van Dakkapellen.nu is een goed voorbeeld van het samenwerken van onze verschillende werkmaatschappijen.
Hoogendijk Bouw is de hoofdaannemer. Na het heiwerk is het nu de beurt aan Bouw- & Betontechniek voor het storten van het beton. Geen regen, geen vorst = prima weer om beton te storten!

Nieuw pand voor Dakkapellen.NU

Voor onze opdrachtgever Dakkapellen.NU gaat Hoogendijk Bouw in samenwerking met Anton Civiel & Infra en Anton Bouw & Betontechniek  starten met de bouw van dit prachtige pand.

Het betreft een totale oppervlakte van 1830m2. Voor het kantoor, een showroom en de  productiehal. Het pand wordt eind mei’23 compleet opgeleverd inclusief installatiewerk, binnen afwerking, terreininrichting en beplanting. Volgende week wordt gestart met het heiwerk.

Perronkappen Groningen

Restauratie perronkappen Groningen in Obdam

Vaste bezoekers van station Groningen missen ze al een tijdje: de ruim 120 jaar oude monumentale perronkappen. Ze werden tijdelijk verwijderd en worden momenteel ruim 160 kilometer verderop, in twee loodsen in Obdam grondig gerestaureerd. We spraken met projectleider Stephan Meijer van  Anton Rail & Infra, dat de restauratie uitvoert, over dit grootschalige project.

Anton Rail & Infra demonteerde in opdracht van ProRail in 2020 de hoge perronkappen ter hoogte van het stationsgebouw. Voordat het zover was moest er veel worden voorbereid. “Van het bepalen van de manier waarop we het project zouden uitvoeren tot het logistiek plan om spullen naar en van Groningen te krijgen. Zaken waar ik mij als projectleider mee bezig houd”, vertelt Stephan. “Daarnaast draai ik ook diensten als uitvoerder. Want wat ik binnen met het team heb bedacht, wil ik ook buiten ervaren.”

Weer honderd jaar pronken

De perronkappen, die in meerdere treinvrije periodes werden gedemonteerd, gingen van Groningen naar Leeuwarden, waar de oude verflagen werden verwijderd. Daarna gingen ze op transport naar Obdam. Daar begon het grootschalige onderzoekswerk. “De conditie van ruim 300 stalen elementen moesten wij inventariseren, meten en berekenen. Wat is nog bruikbaar, wat moet er vervangen worden, wat is te herstellen? We wilden zoveel mogelijk historische materialen behouden, maar de kappen moeten tegelijkertijd ook geschikt zijn om de komende honderd jaar weer in Groningen te staan pronken.”

Herstel met monumentale uitstraling

De kapconstructies waren er slechter aan toe dan vooraf was voorzien. Mede door de verflaag die erop zat, leek het met het blote oog nog mee te vallen. Maar toen die was verwijderd en de dikte werd gemeten met een ultrasoonmeter bleek dat het staal op sommige plekken niet meer zo dik te zijn als gedacht, en het aantal herstelpunten verdubbelde. Overleg met betrokken partijen volgde; hoe herstellen we de staalconstructie zo, dat hij sterk genoeg is en toch monumentaal blijft ogen?

Stephan: “De relatie met opdrachtgever ProRail, ingenieursbureau Movares en de monumentencommissie van Groningen is goed. En dat is ook nodig in zo’n project als dit. We kwamen in overleg op een ontwerp met vulplaten die verdiept komen te liggen. We hebben drie proefspanten gemaakt en daarna was er een go. In januari zijn we gestart met het herstel van de constructie. We zijn met ongeveer 10 medewerkers aan het lassen. Dat gebeurt in twee grote hallen want we hebben ruimte nodig om delen in elkaar te zetten om te kijken of het allemaal past. We willen niet voor verrassingen komen staan als we de kappen straks terugplaatsen in Groningen.”

Verdwenen luifeltjes terug

Naast herstel van de staalconstructies gebeurt er nog veel meer in Obdam. Een deel van de gietijzeren kolommen waar de kappen op rusten moeten vernieuwd worden. “Die maken we een-op-een na met een mal waar we gietijzer in gieten. We voorzien ze van een jaartal, zodat straks duidelijk is wat de oude en wat de nieuwe kolommen zijn. Ook maken we onderdelen van de kap helemaal nieuw. Zoals bijvoorbeeld de luifeltjes aan het uiteinde van de perronkappen. Die zijn ooit verdwenen in verband met de komst van hogere treinen. We gaan die op basis van tekeningen uit het archief namaken en terugplaatsen.”

Werk in Groningen

Zodra de delen zijn hersteld of vernieuwd worden ze op een andere locatie geconserveerd. Dan zijn ze beschermd tegen invloeden van buitenaf en krijgen ze de juiste kleur. Daarna zijn ze klaar om terug naar Groningen te gaan. Maar voordat ze teruggeplaatst kunnen worden moet daar nog een en ander gebeuren. Zo moeten de consoles van Belgisch hardsteen aan het stationsgebouw worden hersteld waar de perronkap op rust, net als een deel van het metselwerk. Ook komen er nieuwe goten. Deze werkzaamheden vinden plaats in nauwe afstemming met aannemer Strukton, die bezig is met de bouw van de ondergrondse voetgangerspassage, fietstunnel en fietsenstalling.

‘Ik kijk er naar uit om het terug te bouwen’, Stephan Meijer, projectleider bij Anton Rail & Infra

“Het is een omvangrijke en tijdrovende klus met heel veel verschillende facetten. Het bijzondere en uitdagende is natuurlijk dat we de monumentale waarde willen bewaren. Ik kijk er naar uit om het terug te bouwen en dan te kunnen laten zien waar we al die jaren ver van Groningen aan gewerkt hebben. We bouwen iets unieks terug, en ik kan straks zeggen dat ik hieraan hebt meegewerkt.”

Bekijk hier de foto’s van de demontage van de perronkappen.

Studenten Inholland op werkbezoek bij Anton

Studenten Inholland op werkbezoek bij Anton

Op woensdag 16 februari kreeg Anton Integrale Staalprojecten werkbezoek van jonge studenten Bouwkunde aan het Inholland Alkmaar. Het werkbezoek vond plaats in verband met een project waarbij de studenten zelf een stalen hal moeten tekenen en berekenen.

De studenten waren aanwezig bij de start van een nieuw te realiseren bedrijfspand voor autodealer Stern in Alkmaar. Ze werden geïnformeerd over onder andere de bouwvolgorde en de staalconstructie. ‘Een leerzaam bezoek’ aldus één van de studenten na afloop.

De Anton Groep staat aangeschreven als erkend leerbedrijf en we brengen graag onze kennis over op de toekomstige generatie. Dus mocht jij nog op zoek zijn naar een leuk, jong, gezellig en leerzaam bedrijf? Wij hebben diverse stageplaatsen openstaan en leren je graag het vak! Kijk op werkenbijanton.nl.

Interview Spanberg Wapening voor studenten TU Delft

”Practische Studie” is de studievereniging van studenten civiele techniek aan de TU Delft. In hun magazine ExtraCT, dat meerdere keren per collegejaar verschijnt, worden zij op de hoogte gebracht van ontwikkelingen en nieuws in de civiele sector.

In deze eerste editie van 2022 zijn wapening-experts Nick Verhoef en Rob Heine van Spanberg Wapening geinterviewd. Ze bespreken onder andere wat er allemaal plaats vindt op de bouwplaats, waar fouten gemaakt worden en welke tips zij toekomstige ingenieurs mee willen geven. Lees het hele artikel hier.

Spanberg en Staalis onderdeel van project Markermeerdijken

Spanberg Wapening en Staalis Engineering werken volop mee aan de dijkversterking van de Markermeerdijken. In opdracht van de Alliantie verzorgen zij het integraal ontwerp van het wapeningsstaal voor de bouw van de kunstwerken, waaronder in- en uitstroombakken, hangduikers en deksloven. Met 160 ton aan wapening is het qua hoeveelheid niet zo’n heel omvangrijk project, het zijn vooral de details die het net wat anders maken. Lees het hele artikel in vakblad GWW hier.

45-jarig jubileum voor Harder Constructie- & Adviesbureau

2 oktober 1976 staat te boek als de officiële oprichting van A. Harder Adviesburo voor DraagKonstrukties B.V. Nu, 45 jaar later, gaan we terug in de tijd. Samen met voormalig oprichter Abraham (Bram) Harder (86) en Mats van Zelm (60), toen rechterhand van Harder, nu constructeur én mede-directeur van Harder Constructie- & Adviesbureau passeren uitdagingen, trots en gedeeld succes de revue. Want succesvol ben je nooit alleen, samen bouw je het succes. Ook na 45 jaar. Een belangrijk vertrekpunt bij oprichting en nog steeds belangrijk in de hedendaagse bedrijfsvoering.

45 jaar constructief vakmanschap
Verguld zilver voor Harder Constructie- & Adviesbureau

Hoe zit dat precies met dat vertrekpunt?
Bram: ‘Na mijn bouwkundige opleiding en tijd in militaire dienst was het tijd om aan het werk te gaan. Echter lagen de banen in de jaren ‘60 niet voor het oprapen en ging ik van architectenbureau naar architectenbureau om een baan te vinden. Zonder succes. Tot ik op een bepaald moment het Parool onder ogen kreeg en er een vacature van Van Rossum Ingenieursbureau in Amsterdam in stond, gespecialiseerd in beton- en staalconstructies. Toen ben ik in dit vak gerold.’

‘Van Rossum was toendertijd een kleinschalig bureau, bestaande uit circa zes medewerkers. In de daarop volgende 20 jaren dat ik werkzaam was voor Van Rossum groeide het bedrijf uit tot 60 medewerkers. En werd ik uiteindelijk aangesteld als leidinggevende van een team bestaande uit 20 collega’s’, vervolgd Harder zijn verhaal.

‘Bij Van Rossum had ik de verantwoording over de grote projecten. Het hoogste gebouw waarvoor ik verantwoordelijk was betreffende de constructie staat op het Hofplein in Rotterdam. Hier staat een circa 100 meter hoog gebouw dat gebouwd is voor Shell. Een ander groot project waaraan ik heb bijgedragen is de realisatie van het eerste houten hangdak in de vorm van een kettinglijn voor een Amsterdams sportgebouw. In die tijd een zeer vernuftige constructie dat niet onopgemerkt bleef door de pers en waarmee we de kranten haalde’, aldus een trotse Harder.

In tijden waarin de bomen tot de hemel leken te groeien en het succes niet op kon, dreven er donkere wolken binnen het Van Rossum imperium in de loop van 1973. Harder: ‘Na tijden van groei en succes veranderde de situatie in ’73. Er diende zich een oliecrisis aan. De interne situatie begon te veranderen. Daar waar het bureau en de onderlinge verstandhoudingen altijd als veilig en vol vertrouwen voelde, kantelde de situatie ten tijden van deze aandienende crisis. Geheimen en loze beloftes voerden de boventoon. Er ontstond een onherstelbare vertrouwensbreuk die uiteindelijk en onvermijdelijk leidde tot afscheid.’

Keerpunt

‘Ik had eigenlijk altijd al de interesse om voor mezelf te beginnen. En dit was het punt waarop ik dacht ik ga springen als zelfstandig ondernemer. Ik startte met het opbouwen van relaties en nam klussen aan die ik in de avonduren kon uitwerken. Na mijn vertrek op 1 oktober 1976 ben ik officieel gestart en kreeg ik een grote opdracht, met een flink honorarium voor die tijd, van Architectenbureau Verster, Dijkstra en Loerakker uit Amsterdam. Ik was nog niet begonnen of de opdracht werd gecanceld en begon ik alsnog met niets. Toch bleek ik ook niet veel nodig te hebben. Met een pen, potlood, tekenbord en een rekenliniaal kwam ik een heel eind. Het ontbrak nog aan een lichtdrukmachine om de tekeningen te kunnen vermenigvuldigen. De kosten voor de aanschaf van deze machine bedroegen in die tijd ƒ 3.000,00 (gulden). Ik kon dat geld toen lenen van mijn moeder, om op die manier te starten. Mijn kinderen zaten op het voortgezet onderwijs en hielpen mee. Zo leerde ik mijn zoon funderingsbalken tekenen. Met als resultaat dat hij civiele techniek is gaan studeren. Na zijn studietijd en het opdoen van de nodige ervaring gaf ik hem vijf jaar de tijd om de zaak over te nemen. Echter besloot hij na deze termijn een ander pad te bewandelen. Ik heb Mats (en Cor Kooy) vervolgens benaderd om de zaak van mij over te nemen.

Mats: ‘In 1982 kwam ik van de HTS af en ben ik gestart bij Bram. Vervolgens ontstond er in de begin jaren ’80 opnieuw een crisis, ook in de bouw, en ging iedereen er zo’n beetje uit. Ik ben toen tijdelijk aan de slag gegaan bij Tauber om eind 1986 weer terug te komen.’

Bram: ‘In die tijd ging het zo slecht dat ik geen werk meer had voor mijn werknemers. Er vertrokken drie medewerkers. Ik hoefde niemand te ontslaan en hield één medewerker aan. Mats kon ik niet houden, maar ik wilde hem ook niet laten gaan. En dus bedacht ik een andere manier. Ik leende hem uit aan Architectenbureau Tauber in Alkmaar.’

Van crisis naar succesvolle stabiliteit

Vanaf 1986 trok de markt aan. De opdrachten kwamen hoofdzakelijk uit Noord-Holland, maar door de kennis(sen) en ervaring uit Harder zijn tijd in Amsterdam kreeg hij ook vanuit die hoek opdrachten toegeschreven. Echter had hij de afspraak met Van Rossum gemaakt geen opdrachtgevers mee te zullen nemen. Op één uitzondering na; de firma Bot uit Heerhugowaard. De reden hiervoor was dat Bot Bouw alleen naar Van Rossum kwam om Harder het werk uit te laten voeren. Na 40 jaar is het aannemersbedrijf uit Heerhugowaard nog steeds klant bij Harder Constructie- & Adviesbureau.

Harder bouwde zijn klantenkring uit, veelal Amsterdamse architectenbureaus. Specialiteit in die tijd was funderingsonderzoek van panden die op instorten stonden en waarbij hoognodig een nieuwe fundering aangelegd moest worden in onze hoofdstad. Naast architectenbureaus voerde Harder ook opdrachten uit voor Staatsbosbeheer, Connexxion (voormalig NZH), Tata Steel, maar ook tal van Noord-Hollandse gemeenten. Na verloop van tijd maakte het specialisme funderingsonderzoek plaats voor waar Harder, ook in 2021, nog steeds om bekend staat, expert in het tekenen en berekenen van beton- en staalconstructies.

Next generation

Bram is nog altijd trots op het feit dat het Constructie- & Adviesbureau zijn naam draagt, zelfs na de overname door de Anton Groep begin 2020. Dat komt volgens Van Zelm mede door de wijze waarop Harder al die jaren het bedrijf heeft geleid en heeft overgedragen aan de volgende generatie constructeurs en tekenaars die het bedrijf rijk is. Een goede aanpak zo blijkt uit de goede naam die het bedrijf na al die jaren nog steeds heeft. Maar wat is die aanpak dan?

Mats: ‘Ik heb vooral van Bram geleerd te proberen met iedereen een zo goed mogelijke verstandhouding op te bouwen en in stand te houden. En wat vooral heel tekenend was voor Bram is dat hij tot aan oplevering betrokken bleef bij het project. Altijd tijd en aandacht voor de onderlinge relatie met zowel de klant als de medewerker. Van blijven meedenken, tot het geven van advies en het beantwoorden van vragen. Dat is iets dat je in de huidige tijd nog maar zelden ziet. Toen maar vooral tegenwoordig draait het vooral om het bedenken van slimme, goed te maken constructies die efficiënt zijn. Constructies die binnen de gestelde termijn klaar zijn, waarbij we (bijna) altijd onze afspraken nakomen en de prijs ook nog eens marktconform is. De grootste uitdaging hierin is de combinatie om voldoende tijd en aandacht aan de projecten te besteden en daarbij binnen het gestelde budget te blijven. Vooral als het gaat om grote projecten. Daarin is er in de loop der tijd weinig tot niets veranderd.’

Wat wel veranderd is in de afgelopen jaren is de rol van Van Zelm en het vertrouwen dat gemeenten hem geven in zijn rol als toezichthouder op het gebied van bouw- en woningtoezicht. Van Zelm krijgt regelmatig de opdracht vanuit gemeenten om constructies van andere bureaus te controleren. Hierin speelt een hoge mate van onafhankelijkheid een belangrijke rol. Een rol die Van Zelm samen met zijn team met verve uitvoert. Tal van Nord-Hollandse gemeenten verwijzen derden veelal door naar bureau Harder als een objectief, betrouwbaar oordeel gewenst is daar waar het constructieve veiligheid betreft.

Een onvertogen woord is er nooit gevallen tussen beide heren. Wel discussie. Geen oordeel. Altijd vanuit een positieve vraagstelling of kwesties op een andere manier beter hadden gekund om daar lering uit te trekken. Het (ver)siert de heren, ook en vooral bij de viering van hun 45-jarig jubileum.

Groeiend succes

Gesteld kan worden dat met de terugkomst van Van Zelm in ’86 groei en succes gepaard gingen. Van Zelm: ’Vanaf 1986 zijn we elk jaar met 1 fte gegroeid en hebben we nooit acquisitie hoeven plegen. Vaste relaties bleven, een enkele keer vertrok een opdrachtgever, maar vaker kwamen er nieuwe opdrachtgevers bij.’

‘Ik kom zelf uit een familie met een groot bouwbedrijf, De Nijs uit Warmenhuizen. Mijn moeder (De Nijs) is een zus van de toenmalige directie en mijn vader was ook bouwvakker. Dus het bouwen zit in mijn bloed. Na de HAVO ben ik naar het HTS gegaan en lag mijn interesse vooral op het gebied van constructies en ben ik daarop afgestudeerd. Na mijn afstuderen kwam ik in contact met Bram, door toenmalig collega Hans en ben ik aan de slag gegaan bij Harder’, verteld Van Zelm.

Focus, vertrouwen en veiligheid belangrijkste pijlers bij oprichting

Harder: ‘Mats was vanaf zijn komst eigenlijk direct mijn rechterhand als constructeur. We hebben altijd een goede verstandhouding gehad, voor mij een heel belangrijke waarde om succesvol met elkaar te kunnen samenwerken. In ons werk moet je letterlijk op elkaar kunnen bouwen en vertrouwen. Hier was geen ruimte voor geheimen, waren de boeken open en speelde we volledig open kaart. Werd er winst behaald, dan verdeelden we 40% van deze winst onder de medewerkers. Zo is het wel eens voorgekomen dat men door de enorme behaalde winst drie maandsalarissen in één keer mee naar huis kreeg. Dat kon mede doordat we met een klein team werkte. In een team van dertig medewerkers had dit niet gekund.

Plezier en passie voor het vak

Aan plezier geen gebrek zo vervolgd Harder op vrolijke toon. ‘Eens per jaar sloten we de zaak vier dagen. We hadden allemaal een racefiets en werden voorzien van een gele fietstrui met ons Harder logo erop en trokken we er met elkaar op uit’, nagenietend haalt Harder met plezier deze fietsherinneringen op.

Dat plezier beperkt zich niet enkel tot de racefiets, ook op de werkvloer vind de passie voor architectuur en bouw gretig aftrek. Van Zelm: ‘Het leukste van ons vak is de veelzijdigheid. De ene architect wil niets van de constructie zien, terwijl de ander een eerlijk gebouw wil waarbij je de constructie juist wel ziet. Dat maakt het aftasten, vooral in de samenwerking met een nog onbekende architect, zo interessant om daar samen een vorm in te vinden. Feit blijft; kun je meer tijd en aandacht besteden aan een opdracht, dan kun je ontzettend veel geld besparen voor een opdrachtgever.’

Van tekentafel naar automatisering

Die veelzijdigheid is ook wel een van Harder’s krachten en begon al in de jaren ’80 met de komst van automatisering. Volgens beide heren de grootste verandering door de jaren heen. Alles wordt vandaag de dag op de computer in 3D getekend en berekend. De voornaamste reden hiervoor is de hoeveelheid te bekijken en te analyseren zaken zoals de belasting en situaties van constructies. Harder: ‘In de jaren ’80 dacht ik al, als ik niet voorop loop als klein adviesbureau in de automatisering, dan kan ik het wel vergeten. Dus ik kocht een computer, haast niet te tillen, tweedehands van Olivetti voor ƒ 25.000,00 (gulden). Met 48 kilobyte intern geheugen en extreem grote floppy’s ben ik de basic computertaal gaan leren. Daarna ben ik verschillende technische programma’s gaan schrijven. Ook bedrijfstechnisch wilde ik het goed onder controle houden door een kostenbewakingssysteem en boekhoudprogramma op te zetten. En dus ging ik bij de boekhouder in de leer met als resultaat dat ik uiteindelijk relaties uit Amsterdam kennis moest bijbrengen op dit vlak.’

Staan jullie om die vooruitstrevendheid bekend? Mats: ‘Niet persé, denk ik. In het voorbeeld van tekentafel naar automatisering is Bram zeker voorloper geweest. Ik denk dat we nu vooral bekend staan om de kwaliteit, goede oplossingen, oog voor veiligheid, mate van onafhankelijkheid en scherp oog voor detail (ook als het gaat om de kleine lettertjes). In de laatste grote crisis in 2012 was er overigens wederom weinig werk en hebben we besloten te starten met de aanschaf van het 3D tekenprogramma. Hierin waren we wel voorloper in vergelijking met bureaus van dezelfde grootte.’

Over dat 3D model valt volgens Van Zelm nog wel het nodige te betwisten. Door de aanscherping van wet- en regelgeving lijkt de 3D tekening steeds vaker terrein te winnen als doel in plaats van als middel om een constructie mee te realiseren. Het motto luidt: als het 3D model klopt (op papier), kan er in praktijk niets mis gaan. Een enorme misvatting zo geeft Van Zelm te kennen. Want ja, tuurlijk is het BIM model en een 3D tekening leidend om überhaupt een constructie van de grond te krijgen, neemt echter niet weg dat focus op de bouw net zo cruciaal is bij de totstandkoming. Ligt er dan een belangrijke rol voor de constructeur op de bouw? Mats: ‘Jazeker, constructeurs komen sowieso te weinig op de bouw. De controle op de bouw is minimaal aan het worden omwille van tijd. Daar valt echt enorme winst te behalen.’

Harder anno nu

Op dit moment bestaat het Harder team uit 20 medewerkers, verspreid over twee locaties. Negen medewerkers zijn gehuisvest op de oorspronkelijke locatie in Langedijk en elf medewerkers werken op bedrijventerrein De Braken in Obdam daar waar meerdere werkmaatschappijen van de Anton Groep nu geclusterd zijn.

Vanaf zomer 2022 zal dit veranderen. Harder Constructie- & Adviesbureau wordt dan echt één, en zal haar gezamenlijke  intrek nemen in het nieuwe bedrijfspand aan De Vaandel in Heerhugowaard samen met meerdere werkmaatschappijen die tot de Anton Groep behoren.

Sander Dol en Krijn Bommer – voorheen van Anton Constructie- & Adviesbureau – zijn de hedendaagse directeuren. Deze mannen hebben het stokje van Van Zelm met de overname begin 2020 door de Anton Groep overgenomen. Dol en Bommer zijn evenals Van Zelm overtuigd van de kracht en combinatie van klantgerichtheid, veiligheid en het plezier op de werkvloer. ‘Ontwikkeling door kennis en ervaring leidt de weg naar wijsheid’, aldus de afsluitende woorden van Dol.

Tot slot, top 3 tips van de mannen van Harder

  • Voer je werk uit met je volledige aandacht
  • Let op de details
  • Deel je kennis

Anton Groep behaald trede 4 van Veiligheidsladder

De Safety Culture Ladder (in Nederland beter bekend als de Veiligheidsladder) is een beoordelingsmethode om het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen binnen bedrijven te meten. Hierbij wordt de nadruk op de veiligheidscultuur gelegd. De Safety Culture Ladder is bedoeld als maatregel om bedrijven en hun leveranciers te stimuleren om bewust veilig te werken. Hoe hoger het veiligheidsbewustzijn is in een organisatie, hoe hoger de toegekende laddertrede.

5 Treden

De veiligheidsladder is opgebouwd uit 5 treden.
Hoe hoger de trede, hoe bewuster de organisatie omgaat met de veiligheids- en gezondheidsaspecten:

  • Trede 1: Pathologisch
  • Trede 2: Reactief
  • Trede 3: Berekenend
  • Trede 4: Proactief
  • Trede 5: Vooruitstrevend

6 bedrijfsaspecten

De trede waar de Anton Groep zich op bevindt, is mede bepaald door de bedrijfscultuur te beoordelen op basis van de volgende zes bedrijfsaspecten:

  • Leiderschap & betrokkenheid
  • Beleid & strategie
  • Organisatie & opdrachtnemers
  • Werkplek & procedures
  • Afwijkende communicatie
  • Audits & statistieken

Elk bedrijfsaspect is vervolgens onderverdeeld in een aantal bedrijfskarakteristieken. Op basis van de totaalbeoordeling bestaande uit 7 dagen met 2 auditoren, 14 interviews en 5 projectbezoeken, met de gehele groep en al haar 15 werkmaatschappijen is ons bedrijf gecertificeerd voor trede 4 op de Veiligheidsladder. Door onze krachten te bundelen, samen te werken en vooral veel respect voor elkaar te tonen, zijn we tot dit resultaat gekomen. Een resultaat waar we trots op te zijn!

Eerste paal voor De Vaandel

De afgelopen weken startte zustermaatschappij Kok Infra met het grondwerk en werden de eerste heiwerkzaamheden verricht. Alles werd in gereedheid gebracht voor het slaan van dé eerste paal en met succes! De aftrap is gegeven, vanaf nu zal de bouw van het nieuwe pand van de Anton Groep in Heerhugowaard steeds zichtbaarder worden. Met veel plezier houden we je op de hoogte van alle ontwikkelingen.