Bij werkzaamheden op hoogte neemt de valkans exponentieel toe, ook kunnen losliggende materialen zoals ladders en onderdelen van steigers gaan schuiven, loslaten of omvallen. Daardoor is het risico van een arbeidsongeval fors hoger.

De Arbowetgeving kent geen duidelijk omlijnde regels voor werken bij harde wind, maar over het algemeen geldt dat werken vanaf windkracht 6 gevaarlijk wordt. Dan mogen werknemers niet meer werken op rolsteigers, hangsteigers, werkbakken en hoogwerkers en geen ladders meer gebruiken. Ook zijn er beperkingen voor het werken met hijskranen en het werken op stabiele werkplaatsen zoals daken van tanks en schepen.

Werken op hoogte met windkracht 6 wordt ten strengste afgeraden. Bij windkracht 9 moeten de werkzaamheden worden gestaakt, maar dat kan ook eerder.

Werknemers die door harde wind of storm niet naar hun werkplek kunnen reizen, en hun werk niet kunnen doen, hebben niet automatisch recht op een vrije dag. Zij moeten overleggen met hun werkgever wat te doen. De werkgever is niet verantwoordelijk voor ongevallen die gerelateerd zijn aan woon- en werkverkeer. Bij afgegeven codes of voorspellingen is het raadzaam dit tijdig af te stemmen.